Artsen Centrum voor Borstreconstructie Claudia Willems Drs John H. Sawor Drs Marleen Meesters-Caberg Prof Dr Rene R.W. J. van der Hulst Drs Stefania Tuinder Drs Andrzej Piatkowski

Borstreconstructie S-GAP/I-GAP

Indien er weinig weefsel is op de buik kan ook gekozen worden voor de S-GAP  of I-GAP (Superior of inferior gluteal artery perforator). Net als de DIEP en SIEA is dit een perforator lap.  In plaats van het buikvet en huid wordt vet en huid van de bil gebruikt. Er wordt geen spier meegenomen. Deze zogenaamde “perforator” lappen zijn de “state of the art” voor het reconstrueren van borsten. Door het gebruik van de huid en het vet van de bil wordt er een borst gemaakt van zacht, warm en levend weefsel. De zeer kleine bloedvaten van het bilvet worden ter hoogte van de bil losgemaakt en bij de borstkas weer aan andere bloedvaten gehecht. Dit gebeurt met behulp van de microscoop. Vervolgens wordt van het bilvet en de bilhuid een nieuwe borst gevormd.

Het verschil tussen I-GAP en S-GAP is het bloedvat van dat gebruikt wordt. Bij de I-GAP wordt aan de onderkant van de bil een bloedvat gebruikt, terwijl bij de S-GAP aan de bovenkant van de bil een bloedvat wordt gebruikt. Afhankelijk van de locale anatomie wordt voor een van beide opties gekozen. Bij de I-GAP komt het litteken in de bilplooi aan de onderkant van de bil te liggen. Bij de S-GAP ligt het litteken boven de bil en kan “verstopt” worden in de onderkleding. Het resultaat bij de S-GAP is vergelijkbaar met een bil lift.  Recente ontwikkelingen door samenwerking met anatomen en chirurgen in de verenigde staten hebben een enorme impuls aan deze operatie gegeven. Tot voor kort werd de S-GAP en I-GAP liever niet gedaan, omdat het een heel lastige operatie was. Drs Tuinder heeft samen met dr van der Hulst een nieuwe techniek ontwikkeld die deze operatie echter veel eenvoudiger maakt. Dit betekent dat de operatie nu vergelijkbaar is met de andere mogelijkheden (zoals de DIEP en TUG) en zelfs soms de eerste keus is. Ook vallen de littekens van met name de variant van de S-GAP, de zogenaamde SC-GAP veel minder op.